Het Saale-glaciaal (300.000 tot 126.000 jaar geleden) bracht niet alleen temperaturen onder nul naar het Emsland, maar ook een aantal gletsjers die destijds bijna het hele noordelijke helft van Duitsland bedekte. Deze ijskap reikte tot aan het Rijnland in het westen en tot aan Dresden in het oosten. De gletsjers hadden hun eigen „bagage“ meegenomen: ze brachten zand, stenen, grind en nog meer materiaal het Emsland in. Na het smelten van de ijsmassa’s bleef het materiaal achter als morene, die nog altijd het licht glooiende landschap van de Hümmlings typeert. De gletsjers schoven niet alleen kleinere stenen de regio in, maar ook een paar regelrechte brokstukken, de zwerfkeien. In het Emsland zijn talrijke van deze grote stenen te vinden. De grootste van hen, en de op drie na grootste in Nedersaksen, is de „kolos van Hüven“, die in het jaar 2020 op een akkerveld in de buurt van het kleine dorp werd gevonden.