Door gletsjers gevormd
Het Leegmoor maakt deel uit van het ooit reusachtige hoogveencomplex, dat zich aan beide kanten van het tegenwoordige Küsten-kanaal uitstrekte. De gletsjers, die zich tijdens het Saale-glaciaal (300.000 tot 126.000 jaar geleden) tot in het Emsland verplaatsten, vormden het landschap: zij lieten zowel kuilen als machtig sediment achter, de grondmorenen. Het naastgelegen Esterwegen ligt ruimt 20 meter hoger op een van deze voormalige grondmorenen.
In de daaropvolgende Weichsel-glaciaal bereikten de gletsjers het Emsland niet meer. Sterke wind waaide over het vegetatie-arme landschap en stuwde grote zandmassa’s op en om. Toen het klimaat aan het begin van ons huidige interglaciaal ongeveer 11.600 jaar gelegen weer warmer werd, begon in dit zand de bodemontwikkeling.
Daarbij zorgden chemische verschuivingsprocessen van de bovengrond naar een diepere bodemlaag ervoor, dat deze donkerder werd en verstevigde (podsolatie). Deze zogenaamde grondoer kan zo hard worden, dat hij zelfs een stuwende werking heeft. Daardoor konden er meren ontstaan die in de loop der tijd dichtslibden. Zo ontstond later het laagveen. Vanuit dit veen ontwikkelde zich later weer het hoogveen.