Van ijs tot zand
De heuvels van de Aschendorfer Dreiberg omsluiten het zuidelijke deel van de Tunxdorfer bergen. Het Saale-glaciaal (300.000 tot 126.000 jaar geleden) heeft een onmiskenbare stempel gedrukt op het landschap toen de reusachtige gletsjers uit Scandinavië over het Emsland trokken. In dit gebied kwamen de ijsmassa’s tijdens een warmere fase voor langere tijd tot stilstand. Aan hun randen schoven ze meegevoerd materiaal voor zich uit en hoopten ze deze op tot wallen, de zogenaamde eindmorenes. De Tunxdorger bergen vormen een dergelijke eindmorenenketen. Ze bestaan overwegend uit leemachtig zand. In het zuidelijke bereik stapelde het smeltwater van de gletsjers zand op.
Tijdens de laatste ijstijd (het Weichselien, 115.000 tot 11.600 jaar geleden) verspreidde heftige wind het zand over het karig met planten uitgeruste Emsland. Op plaatsen met meer vegetatie konden de planten het zand deels „vasthouden“: er ontstonden zandduinen, die tot wel acht meter hoog waren – zoals hier bij de Dreiberg. De duinen waren lange tijd begroeid met heide. Pas in de 20e eeuw werd het gebied herbebost.